Terug naar samen in één ommedraai

Op kousenvoeten vertelt mijn vriend me net als we in bed liggen over iets wat ik doe en wat hij niet zo fijn vindt.

Ik schrik. Dit had ik niet verwacht. Stoer kom ik in het verweer.

Maar hij gaat er niet op in. Kalm herhaalt hij zijn observaties en wat dat met hem doet.

Ik verstom. Diep binnenin mij draait mijn maag zich om als ik besef dat hij gelijk heeft. Ik zink door de grond. Kon ik me maar onzichtbaar maken.

“Ok, prima. Komt goed,” antwoord ik laconiek en ik kondig aan nog wat te willen lezen. Met mijn rug naar hem toe gedraaid hoop ik op de grote verdwijntruc die het gespreksonderwerp uit zijn hoofd weg zal toveren.

Vanbinnen kreunt iets van onzekerheid.

Ik krijg een aai over mijn hoofd. Een snik binnenin me geeft antwoord.

Ik verroer me niet.

Ik ben goed in koppig zijn.

Voor me gaapt een leegte van eenzaamheid en stille schaamte. Blijkbaar heb ik hiervoor gekozen?

De nacht zal wel wat vergetelheid brengen…

Dan slaakt mijn hart een kreet. De tralies van mijn isolement rammelt. Achter me lonkt de brug naar samen.

Mijn hart stopt me nog wat restjes moed toe.

En klein draai ik me naar hem om en kruip in de holte van zijn oksel. Een kus op mijn hoofd. Sterke arm om me heen.

Hij is een mens. Ik ook.

Elk alleen, of samen.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.