Over maakbaarheid en de grenzen ervan
Ik ontmoet vaak mensen die introvert zijn, en vinden dat dat niet oké is.
Of mensen die zeggen dat het hen ontbreekt aan passie. Hoe kan dat nu, dat je nergens écht gepassioneerd over bent?
Of mensen die het roer niet goed durven omgooien. Ze voelen zich onzeker, en dat vinden ze stom van zichzelf. Ze weten nochtans dat het beter zou zijn.
Ze vinden dat er iets mis is met ze.
Dat het anders zou moeten.
We leven in een maatschappij waarin extraversie, passie, ondernemerszin en zelfzekerheid als maatstaf voor persoonlijk succes worden beschouwd.
Het is ook eigen aan deze tijd dat we geloven dat we eindeloos maakbaar zijn.
Dat wil zeggen dat als je niet past in het plaatje van succes, dat dus aan jezelf ligt. Je zou het moeten fiksen. Liefst zo snel mogelijk. Voor je door de mand valt.
Ik herken dat wel, deze overtuiging ligt ook in mijzelf op de loer.
Ook ik ben een kind van deze tijd.
Anderzijds hoor ik soms andere stemmen. Ze trekken dat hele idee van maakbaarheid in twijfel. Zo rekbaar zou die helemaal niet zijn.
Ik hoor ze meestal uit de monden van mensen die de 40 toch al even gepasseerd zijn.
Ze zetten me aan het denken.
“We moeten allemaal leren om een beetje ongelukkig te zijn,” zegt Dirk De Wachter.
Hoezo?
Als je je niet blij en vreugdevol voelt, terwijl je alles hebt om gelukkig te zijn, dan is er iets mis met je.
Ja toch?
Het houdt me vaak bezig, de vraag hoe maakbaar we eigenlijk zijn. Hoe ver we kunnen gaan in dat “fiksen” van onszelf.
De mens is als soort zeer divers. En maar goed ook. We hebben het hele scala nodig om als mensheid te komen tot balans in het samenleven.
We hebben extraverte én introverte mensen nodig.
We hebben leiders nodig en volgers.
Gevoelige zielen en rationele denkers.
Rustige mensen en associatieve geesten en doeners.
Voorzichtige mensen en impulsieve avonturiers.
Stel je voor dat iedereen altijd het hoogste woord zou voeren. Iedereen nieuwe ondernemingen uit de grond zou stampen. Iedereen rasechte avonturiers.
Dat zou toch ook niet werken.
En iedereen de hele tijd zou overlopen van zelfvertrouwen?
De hele dag door blij, rustig en evenwichtig van gemoed.
Altijd goed presterend. Fit. Bruisend van energie.
Dat is toch niet realistisch.
Zonder regen geen zonneschijn.
Waar zit dan de maakbaarheid van de mens?
Volgens mij zit onze maakbaarheid in het overwinnen van schaamte en zelfkritiek.
In het worden wie je bent.
Erkennen wie je bent.
“To own yourself.”
Een krachtige uitdrukking die ik ooit van iemand hoorde en niet vertaald krijg.
Alles te aanvaarden.
Het hele gamma.
En van daaruit te groeien.
Niet vanuit “er is iets mis met me”.
Maar vanuit “ik ben genoeg”.
Dat hele idee van maakbaarheid vind ik dus een beetje tricky.
Het gaat al te makkelijk hand in hand met zelfafwijzing.
Te streven naar het ontplooien van jezelf. Verdiepen van je relaties. Leren uit moeilijkheden. Waarderen van wat er is.
Vanuit liefde.
Liefde voor jezelf.
Liefde voor je imperfecte zelf.
Dát is maakbaar.
Dat is Levenskunst.
Een koorddans.
Tussen zijn wie je bent en worden wie je kan zijn.
Alweer zo schoon gezegd en waar!
❤️
Dank je wel Lotte! Alweer right to the point.